Deze etappekoers begon afgelopen vrijdag met een ploegentijdrit. Een mooie en zware discipline van het wielrennen. Met zeven rensters stonden we aan de start, de tijd van de vier snelste rensters zou genoteerd worden. Daarbij gold er een tijdslimiet van 25% van de snelste tijd. Een snelle berekening leerde ons dat we ruim 40kmh gemiddeld moesten rijden om binnen de tijdslimiet te blijven.
Om 14h42 mochten wij als vierde ploeg van start. Afdalen – bocht om – klimmen- en eenmaal boven nog steeds compleet! GoGoGo! De ploegwagen achter ons toeterde een vrolijke koerstoeter met ons mee, een signaal voor ons om te versnellen, zo hadden we afgesproken. Net iets te hard voor mij, want de klim had z’n tol geeist, dus ik bleef achterin om even te herstellen, geen schande was me op het hart gedrukt. De koerswagen bracht zijn normale toetersignaal ten gehore, voor de rensters ten teken dat ze even in moesten houden. Paar minuten later was ik er weer. Vol gas verder, het ging goed! We hadden een goed functionerende waaier die steeds sneller ging. Wat een mooie samenwerking.
Plots zie ik het achterwiel van de kopvrouw en het voorwiel van de tweede vrouw elkaar kort even raken. De waaier spat elkaar, chaos regeert. Twee vrouwen op de grond, ik vanuit vijfde positie weet uit te wijken naar het gras alvorens ik ten val kom. Als ik opkijk realiseer ik me dat de wedstrijd voorbij is. In een seconde ben ik weer dokter.
De twee dames zijn zo gewond dat ze niet verder kunnen rijden en naar het ziekenhuis moeten. De overige vijf dames, waaronder ik, mogen de dag erna starten dankzij een generaal pardon. De hektiek van de dag ervoor heeft van ons een echt team gemaakt. We zijn teleurgesteld over het beloop, geschrokken van het lot van onze ploeggenoten, maar ook trots op hoe we de eerste dertien kilometer gereden hebben. En hoe we daarna samen gezorgd hebben voor onze ploeggenoten en voor elkaar.
Na de tweede etappe wordt ik met achterstand op het peloton uit koers gehaald: niet hersteld van de vorige dag, de valpartij nog in mijn lijf, een geblesseerde schouder die me belet staand te klimmen en een heftige regenbui vooraf aan de koers die mijn laatste restje lef wegspoelt. Ik ben simpelweg vandaag niet sterk genoeg om mee te doen. Buitengewoon beloop van een mooie maar hektische etappekoers die ik nooit zal vergeten.
0 Comments