‘Prent jezelf niet in dat je een slowstarter bent!’ Gewapend met dit en meer adviezen van een goede vriend en ex-prof renner stond ik vanochtend aan de start. Zijn adviezen zongen rond in mijn hoofd om uit eindelijk houvast te vinden in het diepste van mezelf. Ondertussen verordineerde de organisatie dat we 500m terug het startpunt was, we schoven morrend op en weer terug tot opeens het startsein klonk. 200m neutralisatie, 3 bochten en 2 valpartijen verder gingen we dan echt! De kopgroep was al ver uit zicht, zij waren voor de valpartijen uitgesneld. Ik zocht aansluiting bij het peloton erachter. Samen met een ploeggenoot gingen we al draaiend voorwaards, gelukkig deden andere rensters mee. Ging best lekker, dit zou ik wel vol kunnen houden had ik bedacht. Dan een nieuwe valpartij, ik kan net op tijd keren en wegsprinten, met een nieuw groepje mee. Deze dames trekken er hard aan, harder aan, ik waai eruit, kom weer terug, zak weer af, en vecht mezelf weer terug. Geen duurzame situatie. Uiteindelijk blijf ik alleen achter en zie ik een motoragent met een omgekeerde bezem dichterbij komen. ‘NEE! Nog niet. Ik ben nog niet klaar.’ De agent haalt me in maar zegt niks. ‘Mag ik toch nog verder?’, vraag ik me af. Kennelijk. Niet veel later komt de bezemwagen echter, dan is het echt voorbij.
36 van de 115 rensters hebben uitgereden, daar zat ik nog niet bij, maar dat komt wel!
Wat een spannende wedstrijd! En wat een slecht fietsweer was het vandaag, veeel te koud en veel te veel wind.. 2 keer terugkomen vind ik ook heel knap! Jammer dat je m niet mocht uitrijden, dan was je zeker 37e geworden en dat vind ik keigoed!!
Het was echt berekoud. En je broer heeft gelijk. Ut kump ut kump…
Winnaars krijgen een beker, heldinnen handen vol met tekeningen! 🙂 (en een kop warme chocomelk).