Van Huijbergen via Wavelgem naar Gent-Wevelgem

Posted on

Omringd door de colletjes van de Ardennen, waar ik mijn verlate trainingsweek doorbracht, denk ik aan mijn eerste wedstrijd in het Nederlandse damespeloton: de Ronde van Huijbergen. 60 kilometer verdeelt over rondes van 2,5 kilometer met 1 scherpe bocht. Een mooie wedstrijd om mee te beginnen. Eenmaal in koers blijkt het weer even wennen tussen de wielen. Het remmen en weer aanzetten niet eens voor een bocht maar gewoon omdat het peloton remt. Na een halve koers hollen en stilstaan neemt de kracht in mijn benen af door de verzuring; ik moet lossen. Enkele rondes op mezelf, drinken, hartslag omlaag en dan aansluiten in het peloton waarmee ik uiteindelijk als 67e over de finish komen. Voor een eerste criterium acceptabel.
Geheel onverwacht start ik enkele dagen later in Grote Prijs Waregem, de afwachtingskoers voor Dwars door Vlaanderen. Tijdens het warm rijden ontmoet ik het herenpeloton die dan al begonnen is. In de berm krampachtig mijn fiets vasthoudend zoeven ze voorbij, zo dichtbij. Dat is het mooie van de wielersport. Als toeschouwer lijk je onderdeel te zijn van een moment in de wedstrijd. Half uur later sta ik zelf aan de start volledig gefocust op het startsein. We rijden de eerste kilometers neutrale start en het lukt me redelijk voorin te komen. Ik geniet van de toeschouwers, het mooie parkoers en van het ritme waarin het peloton zich beweegt. Plots vergeet een dame voor mij de bocht die we dan voor de vierde keer zouden nemen. We weten een valpartij te voorkomen maar staan wel weer stil. Op dat moment bedenkt Liesbeth de Vocht voorin dat ze wil ontsnappen, het peloton versnelt en wij er achteraan. Een hoog snerpend geluid leidt me af van mijn doel: ‘Is er een spaak los? Of een platte band? Slag in mijn wiel?’ Ik blijf aanzetten, maar het is te laat. Het peloton is weg en het snerpende geluid en ik blijven achter samen met een enkele renster die het ook niet gered heeft. Als zij op mijn verzoek naar mijn achterwiel kijkt, blijkt gewoon mijn kaderplaatje los te zitten…met een hand draai ik het vast, ik WIL niet afstappen want dan ben ik sowieso uit koers. Doel is nu binnen 10 minuten van de kopgroep blijven hetgeen me later een 77e plek oplevert.
Grootste verrassing van de week is toch wel Gent-Wevelgem. Een dag tevoren kwam het verlossende telefoontje. Ik was zo blij dat ik mijn voorbereidende training met 31,5 kmh reed. Zo hard rijd ik nooit in een training, al helemaal niet over de Ruiterberg en twee keer over de Piramide van Austerlitz.
Gent-Wevelgem start vanaf de markt in Ieper, zo’n prachtige grote markt omgeven door statige herenhuizen waarop de ploegen voorgesteld worden aan het publiek. Nog in de neutralisatie worden we opgeschrikt door een valpartij. Een peloton van ruim 200 dames rijdt om de gevallen renster, indrukwekkend moet dat zijn. Het belooft een zenuwachtige koers te worden door rensters die over stoepjes naar voren proberen te rijden en dan toch opeens weer in het peloton invoegen, waarop het peloton reageert met remmen. Het beslissende moment vindt plaats na 40 wedstrijdkilometers, op de Kemmelberg. Vele rensters met mij zijn uit koers maar ik weiger de bus in te stappen. Met drie andere rensters rijden we over de Monteberg en de Baneberg richting Wevelgem. Met uiteindelijk 87 kilometer op de teller zijn we 20 minuten voordat de koplopers zullen finishen in Wevelgem.
Voldaan en vol indrukken van de voorbije week en bovenal trots op mijn team, trek ik vanochtend mijn witte jas weer aan. Er staan inspanningstesten op het programma met onder andere een verplichte keuring voor de cyclosportive La Marmotte 2014. Of ik ook wel eens in de bergen heb gefietst vraagt de sporter. Uhhh…tja.

20140331-211618.jpg

  • Share

2 Comments

  1. Ans Backhuijs says:

    Spannend, zelfs het lezen al. En wat de vraag van die sporter betreft, ik herinner mij een dergelijke vraag aan Patrick Stitzinger…

  2. Raymond says:

    Leuk weer om te lezen Tessa. En wat de vraag van de sporter betreft; hahaha

Leave a comment

Your email address will not be published.